Background

De olifant, de oogarts en het gebrek aan visie (en teveel aan ideologie)

olifant visie oogarts ideologie

Visie, de olifant en de oogarts, woorden die oud-premier Mark Rutte die het eigenlijk over ideologie had, jaren bleven achtervolgen, en waar Rutte zelf ook spijt van zegt te hebben. Toch bleef het zinnetje hangen — niet omdat het zo geestig was, maar omdat het onbedoeld een hele bestuurscultuur typeerde: laconiek, pragmatisch, wars van grote woorden. Geen ideologieën, geen vergezichten, maar ‘gewoon doen’.

Juist dát is het probleem. Niet dat Rutte te veel visie had, maar dat hij visie verwarde met ideologie — en daardoor systematisch wegwuift. Het resultaat: een bestuurscultuur waarin richting verdacht is geworden, en pragmatisme tot norm is verheven, zelfs als het stuurloos is.

Als regeren vooruitzien is, dan moeten we concluderen dat het Nederlandse openbaar bestuur al jaren niet regeert, maar reageert — een politiek van behoudzucht, gecamoufleerd als nuchter pragmatisme.

De zwakte van ideologisch denken: Links én rechts

Ideologie is verleidelijk omdat het houvast biedt. Maar juist die houvast is vaak ook het probleem. In plaats van kritisch denken stimuleert ideologie vaak het herhalen van dogma’s, het vermijden van lastige vragen, en het vasthouden aan valse tegenstellingen.

Dat speelt zowel op rechts als op links.

Aan de rechterkant wordt ‘de markt’ vaak gezien als dé oplossing. Als we het aan de ondernemers overlaten, komt alles goed — zo luidt het verhaal. Maar in de praktijk gaat het allang niet meer over de mkb’er op de hoek, maar over multinationals en vermogensfondsen die optimaal gebruik maken van hun schaalvoordeel, fiscale sluiproutes en politieke invloed.

Problemen zoals belastingontwijking of groeiende vermogensongelijkheid worden niet als systeemfalen gezien, maar als storende bijzaak. Iets waar je niet te veel over moet praten, want het verstoort het grotere plaatje: zolang het bbp groeit, is alles goed.

Aan de linkerkant geldt iets soortgelijks voor ‘de staat’. Daar is de overheid vaak het antwoord op alles — of het nu gaat om zorg, wonen, klimaat of ongelijkheid. Maar dat vertrouwen in de publieke sector gaat zelden gepaard met een kritische blik op de manier waarop diezelfde overheid functioneert.

Kritiek op bureaucratie, stroperigheid of mislukte subsidies wordt al snel afgedaan als neoliberale retoriek, terwijl het in veel gevallen gewoon gaat om beleid dat zijn doel voorbijschiet. De reflex om alles via beleid te willen oplossen leidt niet zelden tot een woud van uitzonderingen, formulieren en toetsingskaders — en uiteindelijk tot wantrouwen tegenover de burger, vermomd als ‘gelijke behandeling’.

Maar het echte probleem zit niet in de voorkeur voor markt of overheid — het zit in het onvermogen om daartussen te schakelen. Wie alleen in uitersten denkt, sluit hybride oplossingen bij voorbaat uit. En precies dát maakt ideologisch denken zo beperkend: het is geen lens die verscherpt, maar een kleurfilter die je blind maakt voor alles wat niet in het eigen plaatje past.

De olifant

Rutte zei dat visie als een olifant is die het zicht belemmert. Maar ironisch genoeg bedoelde hij eigenlijk: ideologie. En precies daar zit de verwarring die alles troebel maakt. Want visie en ideologie zijn géén synoniemen — ze zijn juist elkaars tegenovergestelden.

Ideologie is een dogmatisch wereldbeeld waarin het antwoord al vaststaat, nog vóór de vraag goed is gesteld. Visie begint juist bij het stellen van de juiste vragen. Ideologie werkt met taboes en kleurfilters; visie met waarden en scherpte. Waar ideologie polariseert, geeft visie richting.

En tussen die twee zit iets wat in Nederland al jaren dominant is: pragmatisme. Maar pragmatisme is geen alternatief voor visie — het is slechts het ontbreken ervan.

De valkuilen van pragmatisme

Als ideologie vastloopt in dogma’s, dan loopt pragmatisme vast in waardevrijheid. Pragmatisme biedt oplossingen zonder richting. Het kan efficiënt zijn, maar zonder een moreel kompas leidt het tot beleid dat stuurloos is.

Een voorbeeld: het flexibeler maken van de arbeidsmarkt kan efficiënt zijn voor bedrijven, maar zonder waarden leidt het tot een groep werkenden die alles moeten dragen, maar op niets kunnen rekenen. Geen vast contract, geen pensioenopbouw, geen vangnet. Een pragmatische oplossing zonder waarden is als een stuurman zonder kompas: hij kan het roer perfect hanteren, maar weet niet waar hij naartoe vaart.

Pragmatisme is net als kapitalisme waardevrij: het zegt niets over goed of kwaad, het biedt alleen middelen zonder richting. En dat maakt pragmatisme uiteindelijk even gevaarlijk als ideologisch denken.

Visionair denken: Richting zonder dogma’s

Wat we nodig hebben is geen ideologisch denken en geen waardevrij pragmatisme, maar visionair denken: richting zonder dogma’s.

Visionair denken:

  • Alles is bespreekbaar: Geen taboes, geen heilige huisjes. Alles mag op tafel komen, juist om kritisch te kunnen ontleden en toetsen aan waarden.
  • Gebaseerd op waarden: Rechtvaardigheid, duurzaamheid en langetermijnwaarde.
  • Hybride oplossingen: Markt én sociaal, publiek én privaat. Niet omdat het moet, maar omdat het werkt.

Visionair denken is geen kleurfilter, maar een prisma: het laat alle kleuren zien en geeft richting zonder blind te maken.

Sociaal Kapitalisme als visie

Sociaal Kapitalisme is precies die visie zonder dogma’s. Het is geen ideologie, want het hangt geen vaststaande leer aan. Het is geen waardevrij pragmatisme, want het heeft duidelijke waarden: rechtvaardigheid, duurzaamheid en langetermijnwaarde.

  • Geen dogma’s: Marktwerking mag, maar alleen met spelregels die rechtvaardigheid garanderen.
  • Geen taboes: Alles is bespreekbaar, van basisinkomen tot vermogensbelasting.
  • Geen binaire tegenstellingen: Publiek en privaat kunnen elkaar versterken, net zoals markt en sociaal elkaar kunnen aanvullen.

Sociaal Kapitalisme is niet links of rechts, maar vooruit. Het wil niet de taart herverdelen, maar de taart structureel groter én eerlijker maken.

Terug naar Rutte: Het cirkeltje rond

Rutte zei dat visie als een olifant is die het zicht belemmert. Rutte’s vergissing was dat hij visie verwarde met ideologie. Wat ons zicht werkelijk belemmert, is niet de olifant van de visie, maar het ontbreken van een kompas met waarden.

Misschien heeft Rutte ergens gelijk: we hebben inderdaad nieuwe lenzen nodig. Niet om de olifant te vermijden, maar om eindelijk scherp te zien waar we naartoe willen.

De vraag is dus niet of we een olifant in de kamer hebben, maar of we het lef hebben om hem niet langer te negeren. Wat we nodig hebben is niet minder visie, maar juist een visie die voorbij dogma’s kijkt en ons richting geeft.

Visie is geen ideologie en geen stuurloos pragmatisme, maar het kompas dat we missen. En zolang we dat niet zien, lopen we ziende blind.

Login to enjoy full advantages

Please login or subscribe to continue.

Go Premium!

Enjoy the full advantage of the premium access.

Stop following

Unfollow Cancel

Cancel subscription

Are you sure you want to cancel your subscription? You will lose your Premium access and stored playlists.

Go back Confirm cancellation